vrijdag 23 maart 2012

Klimmen

Het is half twaalf en ik zit op bed. Ik eet pizza.
Het was een interessante dag vandaag, met lunch in de zon met mijn fijne collega's Peter, Natalie, Laura, Julia, Maite, Charles-Edouard en een meisje waarvan ik de naam kwijt ben. Peter zei 'I hate your lunch' (yoghurt met banaan, cornflakes, rozijnen en amandelen) maar Peter is een beetje raar, zal wel komen omdat ie Zweeds is (maar oorspronkelijk uit China komt oid) :p .
Daarna was de verdediging en promotie van Chris, die na meer dan 2 uur presenteren en vragen beantwoorden over eh...iets met canabinoid receptors in rats en de link met verslaving nu dr. Kortleven is (nogmaals van harte!).
En daarna ben ik voor het eerst in...even tellen....4 jaar oid weer eens in een klimhal geweest. Samen met Shadi, de hal rook naar hal en was in een achteraffig buurtje in een oude fabriekshal, klein, hoog, het rook er naar klimhal (denk oude sokken, versleten rubber en mufmufmuf) en het was er bloedheet en hah, overal half ontblote mooie mannen en supergespierde vrouwen. Eerst moest ik een examentje afleggen, maar gelukkig maakte ik alleen maar een klein slordigheidsfoutje in mijn teruggestoken 8-knoop ('Dat noemen we een Amerikaanse knoop, als ie slordig is, haha' waarop ik de man in kwestie bijna gebeten heb 'I'm DUTCH!' en hij spontaan achteruit deinsde :P ), daarna heb ik een paar routes geklommen, het was ontzettend druk en ik was snel verzuurd, maar ik klim iig nog een deuk in een pakje boter (iets van 6a ofzo, pfieuw) ookal is het niet meer dan dat.
En nu ben ik moe, verzuurd maar tevreden, ik eet een hapje pizza en drink een glaasje sap, terwijl mijn kamer nog zomerwarmbenauwd is (het was de afgelopen week maar liefst 23 graden elke dag!) maar het buiten alweer hard afkoelt (helaas). In de planning staan nog een werk-dag zaterdag met daarna een bezoekje aan een kapper en het plannen van een paas-tripje (ik overweeg nu Miami....). Ach, het leven kan slechter.

vrijdag 9 maart 2012

De pingpongbal

In elk land waar ik voor langere tijd verblijf, begeef ik me graag onder de inboorlingen. Een ervaring die daarbij echt niet lijkt te mogen ontbreken is een kennismaking met de lokale gezondheidszorg. Na de plaatselijke gezondheidskliniek van Bodhgaya (met bibberende Indiase peuters) en de voor-rijke-toeristen-kliniek in Jaipur (met mijn reisgenoot aan een infuus), alsmede de vrolijke G. P. in Bangor (die Kees de-naar-later-bleek-goedaardige-phyllodes-tumor uitmaakte voor 'muis' in het Engels en hem een paar rondjes door mijn borst liet zwemmen 'kijk eens hoe los hij zit, niks aan de hand!'), was het vandaag tijd voor het Canadese systeem.
Ter verduidelijking: toen ik twee dagen geleden weer eens een knobbeltje in mijn borst ontdekte, dacht ik: ok, in de gaten houden, als ie er na de maandelijkse ellende nog zit misschien even verder panikeren. Toen ik echter gisteravond van de 5e dansrepetitie binnen een week (uhhuh, ik heb het heeeeel druk hier! :P ) thuiskwam, was het knobbeltje een volwaardige pingpongbal geworden, die bovendien uitstak als ik op bed ging liggen, daar ook nog eens zeer bij deed en bovendien begon de huid zachtrood te kleuren. Eh. Hm.
In paniek belde ik Lauran, die me aanraadde contact op te nemen met mijn reisverzekering en me dan 's ochtends eens naar de eerste hulp te begeven. Leek mij nou niks, dus de volgende ochtend belde ik Shadi, die me aanraadde naar een walk-in clinic te gaan en daar eens navraag te doen. Met mijn ondertussen toch wel koortsig aanvoelende hoofd checkte ik nog één keer de bult, die nu echt zeer deed, terwijl de huid nu duidelijk een vreemde kleur had en bovendien gloeide. Helaas had ik 's middags een scan-sessie op het MNI en kon ik geen van mijn collegae telefonisch bereiken om te bedelen of ze niet voor me wilden invallen. Stap 1 was dus naar het verkeerde ziekenhuis, namelijk gewoon naar mijn werk, alwaar ik gelukkig een collega bereid vond (zij het met tegenzin) om voor me in te vallen die middag. Dit met het oog op de enge verhalen over wachttijden van tenminste 6 uur.....ahem. Betreffende collega kon me ook nog vertellen dat er een regionaal gezondheidscentrumding was op loopafstand, dus dat was de volgende stap.
Aldaar was het enige waar ze me mee konden helpen een lijst met telefoonnummers van andere klinieken, aangezien ik geen verzekering of vaste dokter had. Van de lijst van 20 klinieken kreeg ik daadwerkelijk 1 kliniek aan de lijn, bij de rest kwam ik niet eens door het Franse doorkiesmenu heen. Of ze namen gewoon niet op.
Helaas had de betreffende kliniek geen plek meer vandaag voor mensen zonder verzekering of medical card, zoals ik, arme kneus. Morgen terugkomen, half 9 gaan we open. Waarop ik stap 1 maar herhaalde, maar helaas kon betreffende collega niet op vrijdag voor me coveren, was de andere collega ingepland voor papa-dag en de derde collega stond al als scan-buddy ingepland, dus die kon niet ook nog voor mij invallen. Kortom: mijn bezoek aan een arts moest vandaag plaatsvinden. Ik geloof dat mijn collega ook nog eens erg verbaasd was dat ik me ziek meldde maar kennelijk wel als een kip zonder kop kon rondrennen op zoek naar een arts die me wilde zien.
Gelukkig vond ik na nog 5 keer het lijstje afbellen een kliniek downtown die me voor $150 contant wel kon helpen. Klinkt als een scam, zeker als je bedenkt dat ik om bij de kliniek te komen een achterafdeurtje in de plaatselijke Kruidvat/Etos moest hebben. Is hier echter doodnormaal, de Pharmaprix heeft doorgaans ook een apotheek en een postkantoor. Kortom, na een wachttijd van slechts ruim een uur (mijn boek was niet eens uit!), besloot een verpleegster dat het waarschijnlijk inderdaad gewoon een ontsteking was, de arts zou zometeen wel even uitsluitsel geven.
Dat deed ie dus niet, hij besloot (tussen het uitkafferen van zijn assistentes 'I just want you to do your job!' en de domme vraag 'So how are you today darling?') dat de bult een abces was en ik kreeg een verwijsbriefje en het dringende advies asapzsm ende zonder dralen naar de 'Urgence' van het Juif (Hopital General Juif) te gaan. Anders werd de bult nog groter.
Ow.
Na een dosis thee en chocolade bij Shadi en Lauran en een gesprek met de verzekering in Nederland (hoe vaak moet je iemand uitleggen hoe je 'Jewish' spelt? Joods. Als in Joods Algemeen Ziekenhuis. Uhhuh.) vertrok ik dus met nu niet alleen een wattige kop en een roodgloeiende linkerborst maar ook een beetje buikpijn naar het Jewish General, alwaar er kennelijk iets met leegzuigen en naalden en mijn linkerborst ging plaatsvinden.
Ahja. De horrorverhalen over wachttijden op de Urgence. Ze zijn waar.
Nou viel het nog mee, ik heb maar 4 uur hoeven wachten, ik was er tegen 6 uur, werd even snel gezien door een Israelische verpleger die ook nog eens heel lief mijn bloedsuiker voor me checkte (na de diabetes-gerelateerde vragen van de 1e verpleegster hadden Shadi en ik een theorie bedacht waarbij ik een zeer milde vorm van diabetes zou hebben) en daarna mocht ik in de wachtkamer wachten. Tot ik geroepen zou worden. Waarbij ik niet heel blij werd toen ik tegen half 9 het verhaal hoorde van de mensen achter mij, die er al sinds een uur of 1 zaten. HALP!
Dus nadat mijn boek uit was, en ik in mijn dagboek me had beklaagd over mijn 'plight', moest ik nog wat andere dingen verzinnen om niet aan mijn artikel te werken met mijn hoofd dat steeds wattiger werd. Enig entertainment werd nog verzorgd door het schattige meisje bij de Second Cup waar ik maar een niet te betalen zo dure chai latte en broodje tonijn ging halen. Warempel, ze bloosde toen ik vroeg waar ze haar haar had laten doen (niet vergeten: Kingston, tussen hier en Toronto!), ik ben dan alleen weer vergeten het adres van die kapper te vragen. Of haar telefoonnummer. Dammit.
Ook interessant was de man zonder stem, met adembuisje in zijn hals, en te lange armen, die woest sissend als een soort waakgans een Indiase meneer met een zere voet aanviel en uiteindelijk onder de arm van de bewaking naar zijn afdeling werd teruggeleid. En de autistische joodse jongen in zijn lange zijden jas die repetitief zijn krullen onder zijn neus vouwde terwijl zijn moeder op hooghartige toon geen woord van de receptiemedewerkster leek te verstaan.
Toen ik om 5 over 10 naar binnen werd geroepen was ik even heel opgelucht, ondanks het vooruitzicht van naalden en pijn. Helaas stonden we toen alsnog in de wacht, nu met minder stoelen, minder ruimte en dezelfde groep mensen die eerder al was binnengeroepen. Na 10 minuten kwamen daar nog meer mensen bij, die na ons waren binnengeroepen. Diagnoses werden staand effe snel gedaan, wat mij ook niet heel erg geruststelde. De kermende klanken vanachter een gordijn trouwens ook niet, vooral niet toen de arts na 1 minuut weer buiten stormde: Is een cyste, ik ga u een verwijzing meegeven.
Hah. Was natuurlijk ook nog eens precies degene die mij moest hebben....en bij mij ook een cyste vaststelde, maar niet eerder dan dat hij ook mij eerst aan het kermen en toen aan het huilen had gebracht. Enige geruststelling over de diagnose was dat hij uitlegde: Die knobbel van jou is keihard, als ik daar nu een naald insteek kan ik er niks mee. Waarop ik heel snel antwoordde (tussen de tranen door): Prima, laat die naald dan maar mooi zitten!
Kortom, ik stond na 4 uur wachten en 2 minuten gepook in mijn borst weer buiten met een verwijzing voor een specialist (gelukkig wel op afspraak deze keer - nu maar hopen dat de verzekering dat ook vergoed) en recepten voor pijnstillers en antibiotica (die laatste op eigen aandringen, aangezien meneer de arts eerst een warm bad aanraadde en toen weer ijs, waarna ik vroeg: Ja wat is het nou? Wat weer resulteerde in nog een minuut pijnlijk gepook en een 'ja doe maar ijs'. Antibiotica leken me een veilige extra gok).

En nu zit ik in bed, met een coolpack in mijn slaapshirt, een heerlijk bordje yoghurt+ (Bulgaarse yoghurt met branflakes, rozijnen, amandelen en frambozen) in mijn maag. Mijn artikel is nog steeds niet af maar ik vind dit voor nu even een geldig excuus. Vanaf morgen doe ik weer gewoon gezond.

dinsdag 6 maart 2012

Kunnen, willen, doen

Ik zit aan tafel en ik eet de andijviestamppot met Hollandse kaas die ik vrijdag gemaakt heb. De andijvie had ik gestolen van mijn huisgenoot Jean-Christophe, denk ik, maar niet expres! Marnix, Lucinda en Tim logeren hier sinds woensdagavond (eerder logeerden ze bij Shadi en Lauran) en ze hadden aardappels over van hun maaltijd op woensdag. Wist ik veel dat ze biefstuk hadden gegeten, ik vond de andijvie zo Hollands dat ik hem zonder nadenken in mijn stamppot heb versneden. Jean-Christophe is echter Belgisch. Had ik even over na moeten denken (de eerste portie stamppot ging overigens nog een keer de magnetron in dankzij een moeilijk Skype-gesprek met als gevolg afgekoeld avondeten; moeilijke Skype-gesprekken zaten in de lucht deze week, ook maandag had ik er een. Laten we hopen dat Nederland het me verder makkelijk maakt de resterende 4 maanden van mijn verblijf hier. Over beide onderwerpen later meer.).
Nadenken lukt wel goed, zo achter de computer, maar werken wat minder. Mijn begeleidster zit echter voor een maand in Brazilië en het raamloze hok lokt daardoor zelfs nog minder. Vooral na een weekend met tenminste 10 cocktails en 5 biertjes. Niet per avond gelukkig. Wel een prettig aandeel van het nachtleven van Montreal meegekregen, van hippe mooie-mensen + dure drankjes tent tot aan hipster-alternatief met de lekkerste cocktail tot op heden: portsomething (ik vergeet de naam steeds).
Misschien moet ik het geen nadenken maar piekeren noemen. Gericht gedacht komt het op het volgende neer: waar ben ik over een jaar? Ik zou een oud trucje kunnen toepassen en mezelf een brief kunnen schrijven die dan over een jaar op mijn deurmat valt. Ik weet alleen helemaal niet waar ik over een jaar woon. Wat weet ik wel? Ik weet helemaal niks. Niet waar ik werk, niet hoe gelukkig ik ben, niet waar ik woon, en niet wat mijn dromen zijn.
In de afgelopen 4 maanden is tenminste 1 droom aan gruzelementen gegaan, ben ik meerdere vrienden (tijdelijk) kwijtgeraakt en ben ik van continent veranderd. Ik ben op meerdere vlakken de grote leegte ingestapt. Het probleem is vooral dat ik nu bewust moet gaan nadenken wat ik wil. Dus bedacht ik me net: waar wil ik zijn over een jaar?
Het enige wat ik met zekerheid weet is dat ik wil promoveren. Binnen een jaar. En dat kan, want zelfs mijn promotor gelooft er weer in (hallee! grootste prestatie van de afgelopen 4,5 jaar zou ik zeggen!). Kortom: over een jaar, ben ik gepromoveerd, maak ik vrienden ipv ze kwijt te raken, woon ik in een huis(je) en heb ik een prettig salaris.....lekker burgerlijk allemaal. Maar dat geeft niet. Iedereen wordt een keer burgerlijk. Ik ben het volgend jaar. Hoop ik.

Owja en over die moeilijke Skype-gesprekken: over een jaar is mijn geluk niet meer afhankelijk van een kerel. Geen idee hoe ik dat ga doen, maar het lijkt me het beste goede voornemen voor de rest van mijn leven.