maandag 7 november 2011

Sloot

Je hebt een traan gelaten. Je hebt haar handen omklemd en met een steek het gemis gevoeld. Je hoofd was al bij de deur zoals in dat stomme liedje van Blof. Je zag wat je had aangericht, voelde je verdomme nog schuldig ook en toen ze alles tien keer had gezegd, en begon te smeken, wilde je weg. Je bent gebleven tot je niet meer kon, tot je niks anders meer kon dan heel hard wegrennen. Je hebt op je tanden gebeten, diep gezucht, bent niet weggerend maar hebt haar nog snel omarmd, vlug weer losgelaten, je had al afscheid genomen, je mist haar nu al minder.
Je bent naar de kroeg gefietst, waar je opgelucht lachend binnen kon lopen, kon vragen om een glas bier, kon vragen om vanavond eens flink door te schenken. Dat had je verdiend. Je hebt gelachen en gepraat, vooral in het rookhok gestaan, meer bier, verdoving, vrolijkheid, en om 4 uur was je toch wel een beetje misselijk. Je hebt twee colaatjes gedronken en hebt je tassen gepakt, je fietstassen volgeladen en bent gaan fietsen. Gelukkig weinig verkeer om half 5 's nachts. Lekker naar huis, naar je bed, duizelig van het bier maar ook licht vanwege de last die nu van je schouders is.
Halverwege je route langs het spoor val je opeens bijna in slaap, en voor je het weet sta je tot aan je nek in het kroos.

Het eerste wat ik lees op Facebook de volgende ochtend is je vrolijke verhaal over je duik in de sloot. En opeens weet ik het dat het echt zo is: je komt niet meer terug. En nu kan ik niet meer stoppen met huilen.

Geen opmerkingen: